Elk najaar houden we ons hart vast voor die ene envelop of e-mail: de aankondiging van de nieuwe zorgpremie. En elk jaar was het weer slikken. Maar dit jaar is anders. De eerste premie is bekend en de stijging is… nul. Hoe kan het dat ons maandbedrag stabiel blijft, terwijl de zorgkosten in Nederland wél door het dak gaan? Het antwoord ligt in een verrassende, collectieve meevaller.
De paradox: stijgende kosten, stabiele premie
Laten we eerlijk zijn, de zorg wordt er niet goedkoper op. Volgend jaar pompen we als land bijna 120 miljard euro in de zorg, weer miljarden meer dan dit jaar. Een gigantisch bedrag dat ergens vandaan moet komen. Logischerwijs zou dit moeten leiden tot een flink hogere premie voor iedereen.
Toch gebeurt dat niet. De reden? De Nederlandse economie draaide de afgelopen tijd beter dan verwacht. Meer mensen vonden een baan en de lonen stegen harder dan voorspeld. Iedereen die werkt, draagt een deel van zijn inkomen af aan een algemene zorgpot. Omdat we met z’n allen meer verdienden, is er onverwacht veel extra geld in die pot gestroomd. Dit overschot wordt nu gebruikt als een soort korting voor iedereen, waardoor de premiestijging gedempt wordt.
Wat betekent dit voor jouw portemonnee?
Deze financiële injectie is goed nieuws voor alle verzekeraars. Het geeft hen de ademruimte om de premies laag te houden. Maar let op: elke verzekeraar maakt zijn eigen keuzes. De een gebruikt de meevaller om de premie gelijk te houden, de ander investeert het in extra reserves of probeert met een scherpe prijs nieuwe klanten te lokken.
De komende weken, met als uiterste deadline 12 november, zullen alle verzekeraars hun kaarten op tafel moeten leggen. Vanaf dat moment wordt pas echt duidelijk wie de gunstigste premie voor 2026 biedt en kan het grote vergelijken beginnen.